| | Hypotheekeisen voor starters te hoog ( 21-10-2009 ) | | | Het vertrouwen van de woonconsument vertoont in het derde kwartaal weer een stijgende lijn, met uitzondering van starters. De VBO Woonindex van brancheorganisatie VBO Makelaar lijkt over zijn dieptepunt heen te zijn. Starters vinden het op dit moment echter nog lastig om de financiering bij de aankoop van een woning rond te krijgen.
Hoewel nagenoeg 50 procent van de starters zijn onderhandelingspositie heeft zien verbeteren, 61 procent prijsdalingen signaleert en bijna driekwart van de ondervraagde starters neutraal of positief over het aanbod van woningen is, stelt 47 procent de aankoop van een woning toch uit. De reden hiervoor is dat het voor hen niet mogelijk is om (voldoende) hypotheek te krijgen. 68 Procent van de starters constateert een verslechtering in het bedrag dat zij maximaal kunnen lenen.
VBO: "Juist starters zijn belangrijk voor de woningmarkt omdat zij op dit moment de aanjagers van de markt zijn. Zowel banken als overheid realiseren zich dat schijnbaar onvoldoende. Starters willen wel (83 procent) kopen nu de betaalbaarheid van woningen is toegenomen, maar kunnen niet. De te strenge bankeisen frustreren het aankoopproces onnodig. Maar ook de overheid knabbelt aan de startersmarkt. Uiterlijk eind 2011 wil het kabinet de koopsubsidie afschaffen. Dat betekent dat de ruim 1300 starters die per maand koopsubsidie aanvragen, dan maximaal 30.000 euro extra hypotheek gaan mislopen."
Uit de VBO Woonindex is gebleken dat 60 procent van de starters een bestaande woning zoekt, 25 procent de voorkeur heeft voor een nieuwbouwwoning en 15 procent zijn huidige huurhuis zou willen kopen. Hoewel de starters momenteel problemen ondervinden, zijn zij positief in hun verwachtingen voor het komend jaar. Hun verwachting dat de economie aantrekt, vertaalt zich in een positievere houding over de eigen financiële positie en het te verkrijgen hypotheekbedrag. Hoewel er nog steeds sprake is van een meerderheid, neemt het aantal starters dat voor het komend jaar een prijsdaling en een goede onderhandelingspositie voorziet, langzaam af.
Ook het aantal kopers en verkopers dat voor het komend jaar geen verdere prijsdaling meer verwacht, neemt toe. Desondanks ontstaat er meer vertrouwen in de woningmarkt, omdat ook zij voor het komend jaar een verbetering van de economie en hun eigen financiële positie verwachten. bron : Infinance | | | | | |
|